Werkbezoek Gambia november 2018
publicatie op’t Kerkepad 2019, (gemeenteblad Chr. gereformeerde kerk Biezelinge)
Ieder jaar wordt door Peter en Gerda Berk van de Stichting “Alle kinderen naar school” een werkbezoek gebracht aan Gambia waar kansarme kinderen de mogelijkheid tot het volgen van onderwijs wordt geboden. Een bezoek om te kijken hoe het gaat met de kinderen, de schoolresultaten en hun thuissituatie. Deze drie pijlers van kind, school en gezin zijn zeer belangrijk voor de ontwikkeling van de kinderen. Dit jaar zijn ook wij, Jolanda en Triest mee geweest naar dit als “smiling coast” bekendstaande landje, wat eigenlijk niet meer is dan een lange rivier met een brede noord- en zuidoever en een stukje kust aan de Atlantische Oceaan.
Op maandagmorgen begint het bezoekwerk van de kinderen. Met z’n vijven gaan we op pad met Amadou in zijn meer dan 30 jaar oude Mercedes zonder airco. Amadou is in het dagelijks leven taxi-chauffeur. Na 20 minuten rijden door de drukke straten van Bakau stoppen we en lopen we via onverharde straten vol met afval richting een school. We gaan door een kleurige poort en komen op een schone prachtige binnenplaats van een nursery (kleuter)school. Op het eerste gezicht lijkt het er wat idyllisch aan toe te gaan maar de verhalen van de directrice over leraren die weglopen vanwege het niet kunnen betalen van voldoende salaris baren zorgen. 58 leerlingen in een klas en een salaris van nog geen 2 euro per dag zijn een reden voor de jonge leerkrachten om te vertrekken.
Het volgend adres is “Vital”, een lagere school waar we een enthousiaste Amminetti ontmoeten. De kinderen vanaf een jaar of tien beseffen maar al te goed dat wel of geen sponsor het verschil maakt tussen wel of geen onderwijs en wel of geen fatsoenlijk bestaan later in dit straatarme Afrikaanse land. De geldstromen die er al zijn verdwijnen in de zakken van grote hotelketens en mensen die daar nu ook al heel rijk zijn.
De dagen erna zijn goed gevuld en we bezoeken onder andere de Deeper life school. Op deze christelijke school zitten 7 sponsorkinderen. In het kantoor van de directeur hangt een poster met de tekst “Have you read your bible today”. Toch blijkt dat op deze school zo’n 75% van de kinderen moslim is. Dat lijkt vreemd maar de directeur meldt dat in Gambia 90% van de bevolking moslim is. Overigens is het in Gambia zo dat alle moslims het kerstfeest mee vieren en andersom vieren de christenen met het suikerfeest mee. De tolerantie en het respect naar elkaar zijn groot. Zo zien we in de bibliotheek van een andere school “the holy Bible” naast “ the holy Quran” staan.
Op de scholen betaalt Peter het schoolgeld voor de sponsorkinderen rechtstreeks aan de kassier van de school. Deze werkwijze is heel transparant en iedere euro komt ten goede aan de kinderen. Veel scholen waar de sponsorkinderen les krijgen zijn particuliere scholen. Ze zijn kwalitatief beter en maar een fractie duurder. Zo bedraagt het schoolgeld hier circa 100 euro per jaar. De scholen van de overheid zijn dan weliswaar gratis maar hier betaal je ook circa 70 euro aan leermiddelen en het uniform. Veel gezinnen kunnen dit niet opbrengen en houden de kinderen noodgedwongen zo weg van school en onderwijs
Dat de gezinnen het niet breed hebben bemerken we bij de huisbezoeken. In de zogenaamde compounds wonen vaak 6 tot 8 gezinnen in kleine appartementen. Een woon- en een slaapgedeelte van ieder circa 10 m2 afgescheiden met een gordijn bieden ruimte aan gezinnen met vaak meer dan 6 kinderen. Er is geen privacy en voor een toiletbezoek wordt er gebruik gemaakt van gemeenschappelijke latrines. Van een aantal kinderen waren ook de ouders, of één daarvan overleden. De kinderen groeien dan op bij een tante of grootouder. In Afrika is het heel normaal dat er naast de ouders en de kinderen ook nog andere familieleden in het gezin wonen. Toch zijn de families overwegend positief gestemd en met uitzondering van sociaal zwakke gezinnen lijkt er veel harmonie en liefde onder elkaar. Een aantal van deze gezinnen worden ook in de dagelijkse behoeften geholpen. De dankbaarheid voor een zak rijst van 50 kilo, een baal uien en twee jerrycans olie is heel groot. De grootste waardering blijft echter het feit dat hun kind of kinderen onderwijs volgen.
Naast de reguliere scholen bezoeken we ook twee dovenscholen. Sinds twee jaar is het dovenonderwijs door de overheid vrijgesteld van schoolgeld. Hierdoor is de focus van de hulp verlegd naar praktische zaken als voedsel voor de lunch en examenmateriaal. Voor het voortgezet dovenonderwijs gaan we met de krakkemikkige schoolbus, om balken, plaatmateriaal, hamers, verf, stof, garen, etc voor de examens van de hout- en metaalbewerking en de huishoudwetenschappen. We zijn net op tijd terug voor einde schooltijd als de bus snel gereed moet staan om zo’n 80 leerlingen als haringen in een ton weer ‘veilig’ naar huis te brengen.
Omdat de stichting al lang bestaat hebben een aantal kinderen de basisschool en het voortgezet onderwijs afgerond. Er ligt dan een prachtige basis maar nog mooier is het als er hierna nog iets volgt. Eén van de kinderen van destijds, nu een jonge zelfverzekerde vrouw, volgt nu een hbo-studie bedrijfseconomie. Heel bijzonder is ook Aysattou die een master bedrijfskunde met succes heeft afgesloten. Dit was een speciaal traject van een sponsorechtpaar uit de gemeente die voor deze jonge vrouw een universitaire studie in het buitenland heeft betaald.
Zo vulden de twee weken die we in Gambia zich met kinderen, scholen en gezinnen. Dat is heel bijzonder als je je daar twee weken tussen mag bewegen. We hebben gezien dat werk van de stichting “Alle kinderen naar school” verschil maakt. Het is een druppel, maar wel een hele waar niets van afgaat. Ook belangrijk om te zien dat er continuïteit is, dat er echte ontmoetingen zijn met herkenning en blijdschap. We hebben de passie en gedrevenheid die Peter en Gerda voor dit werk hebben twee weken lang mogen ervaren. Terug in het vliegtuig denk je na over het enorme verschil in mogelijkheden die onze kinderen hebben en die de kinderen daar hebben. Waar hier wordt gewisseld van studie als of we zappen voor de televisie, wordt er daar op de knieën gedankt als er een sponsor is die de basisschool van je zoon of dochter betaalt. Je zou neigen om alles als hopeloos te bestempelen en maar niets meer te doen. Gelukkig hebben we mogen zien dat een kleine stichting voor een aantal kinderen wel echt het verschil maakt. Vanuit dankbaarheid geeft ons dat energie en hoop om door te gaan met dit werk.
Jolanda en Triest de Jonge